Vanouds kreeg de gast een sleutel van de kamerdeur. Hieraan bevond zich een grote sleutelhanger, waardoor de gast niet gemakkelijk vergat de sleutel bij vertrek in te leveren. Bij moderne hotels krijgt de gast een chipkaartje in plaats van een sleutel en dat kaartje wordt bij vertrek automatisch ongeldig, zodat het geen bezwaar is als het kaartje niet wordt ingeleverd. Hetzelfde kaartje wordt in de kamer in een schakelaar gestoken om de verlichting in de kamer in te schakelen, zodat de gast het licht niet kan laten branden als hij de kamer verlaat. Bij een zelfbedieningshotel krijgt de gast geen sleutel of chipkaart. Hij betaalt bij de buitendeur met zijn kredietkaart. Hij krijgt dan een cijfercode waarmee de buitendeur en de kamerdeur geopend kunnen worden.